Laminitis of hoefbevangenheid is een ernstige, en zeer pijnlijke aandoening van de hoeven bij paarden en pony's, waarbij de lamellen (laminae) – het zachte weefsel dat het hoefbeen aan de binnenkant van de hoefwand bevestigt – ontstoken of beschadigd raken.

Laminitis is altijd een spoedgeval die onmiddellijk medische hulp vereist! De laminae zorgen voor ophanging van het hoefbeen in de hoefcapsule en wanneer dit systeem faalt, kan het hoefbeen kantelen of zelfs door de zool zakken (rotatie of sinking). Dit kan leiden tot blijvende kreupelheid of euthanasie.
Het ziekteverloop van laminitis wordt doorgaans opgedeeld in vier fasen:
Fase | Syptomen |
---|---|
Ontwikkelingsfase | 8 tot 60 uur na de eerste trigger. Er is nog geen zichtbare kreupelheid, maar fysiologische schade aan de lamellen begint |
Acute fase | begin van (zichtbare) symptomen, meestal 24-72 uur na de start van laminitis |
Subacute fase | lichte tot matige symptomen. Vaak een overgangsfase naar herstel of chronische laminitis. |
Chronische fase | Wanneer de laminitis langer dan 72 uur duurt én/of er blijvende mechanische schade is (zoals rotatie of zinking van het hoefbeen). Dit kan leiden tot blijvende veranderingen in de hoefstructuur. |
Oorzaken
De oorzaak van laminitis is multifactorieel. Belangrijke oorzaken en risicofactoren zijn onder andere:
1. Endocrinopathieën (Hormonale Stoornissen)
Equine Metabool Syndroom (EMS): insulineresistentie is een belangrijke risicofactor. Bij paarden met EMS leidt een verhoogde insulinespiegel tot verstoring van de microcirculatie in de hoef. Hoge insulinespiegels activeren processen die de bloedvoorziening in de lamellen verstoren, nog vóór symptomen optreden.
PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction, ook bekend als de ziekte van Cushing): komt vooral voor bij oudere paarden. PPID verhoogt de gevoeligheid voor laminitis, vaak zonder duidelijke trigger.
2. Voedingsgerelateerde Laminitis
Overmatige opname van suikers en zetmeel (bijv. uit jong gras, granen of krachtvoer): leidt tot fermentatie en dysbiose in de dikke darm, wat endotoxinevorming en uiteindelijk ontstekingsreacties in de hoef veroorzaakt.
Ook plotse voerovergangen of voerfouten kunnen hetzelfde effect hebben.
3. Mechanische Overbelasting ("Supporting Limb Laminitis")
Treedt op wanneer een paard langdurig gewicht moet dragen op één been, bijvoorbeeld na een fractuur of infectie in het andere been. De oorzaak hiervan is een overbelasting van de hoefstructuur in de dragende hoef.
4. Toxines en Systemische Ontstekingen
Bij ernstige infecties zoals koliek, baarmoederontstekingen of sepsis kunnen ontstekingsmediatoren en endotoxines vrijkomen die leiden tot schade in het hoeflamellair weefsel.
Symptomen
Afhankelijk van in welke fase de patiënt zich bevindt, ziet de klinische presentatie van laminitis er anders uit. De symptomen overlappen, maar de intensiteit ervan kan verschillen.
Tijdens de ontwikkelingsfase treedt er nog geen zichtbare kreupelheid op en zijn er slechts subtiele tekenen van onrust of ongemak op te merken. Deze kunnen zeer subtiel zijn en blijven vaak onopgemerkt.
Het is tijdens de acute fase dat de meeste eigenaars opmerken dat hun paard hoefbevangen is: hevige kreupelheid treedt op, vooral tijdens het draaien of bewegen, en het paard heeft duidelijk pijn. Dit is vooral zichtbaar op harde bodem. De hoeven voelen warm aan en er is duidelijke pulsatie voelbaar ter hoogte van de kogel. Het meest opvallende symptoom van laminitis in deze fase is de typerende houding: om de voorvoeten te ontlasten en het gewicht naar de achtervoeten te verplaatsen, gaan de paarden naar achter leunen met gestrekte voorbenen.
Tijdens de subacute fase van laminitis gaan bovenvermelde symptomen afnemen in intensiteit, waardoor ze minder duidelijk worden en soms nog maar subtiel aanwezig zijn. Er is (nog) geen of minimale rotatie van het hoefbeen op röntgenfoto’s.
Het is in de chronische fase dat, zoals de naam het zegt, er veranderingen van de hoef optreden die vaak levenslang of toch een lange tijd aanwezig blijven. De hoeven krijgen een abnormale vorm met lange tenen, platte hoefzolen, groeiringen en moeizame of misvormde hoorngroei. Via een röntgenfoto is rotatie of sinking van het hoefbeen zichtbaar, met vaak periodieke of blijvende kreupelheid. Soms treden er ook complicaties zoals hoefabcessen of scheuren op. Enkel met een correcte en intensieve behandeling van deze patiënten kunnen levenslange problemen vermeden worden.
Diagnose & behandeling
Voor een correcte diagnose en inschatting van de fase wordt gebruikgemaakt van: klinisch onderzoek, palpatie van de hoef, röntgenfoto's en eventueel bloedonderzoek (voor het vaststellen van onderliggende aandoeningen).
Een succesvolle behandeling van laminitis vereist een multidisciplinaire aanpak, die onafhankelijk van de oorzaak grotendeels steunt op dezelfde principes. Het spreekt voor zich dat, wanneer gekend, de onderliggende oorzaak ook aangepakt dient te worden. Ook de behandeling kan men indelen per fase, waarbij regelmatig overlap optreedt:
Ontwikkelingsfase
Doel: schade voorkomen
- Verwijderen van de oorzaak (bv. stoppen met krachtvoer, behandelen van infecties)
- Profylactische toediening van ontstekingsremmers (NSAID’s)
- Koeling van de hoeven (bijv. dompelen in ijswater of cold packs gedurende >48 uur)
- Strikte monitoring van symptomen
Acute fase
Doel: pijncontrole, stabilisatie, voorkomen van verdere schade
- Rust: Boxrust op zachte ondergrond (bv. zand of een dikke laag stro)
- NSAID’s en eventueel sterkere pijnstilling
- Koeling: Agressieve cryotherapie is wetenschappelijk bewezen effectief in deze fase
- Ondersteunend beslag: zachte hoefondersteuning (hoefboots, foampads)
Subacute fase
Doel: comfort herstellen, terugkeer naar normale functie
- Voortzetting van ontstekingsremming indien nodig
- Begin van hoefcorrectie door hoefsmid
- Eventueel aangepaste orthopedische hoefijzers
- Inzicht in herstel via periodieke röntgenfoto’s
Chronische fase
Doel: langdurige stabilisatie, pijnbeheersing, hoefcorrectie
- Herhaald orthopedisch beslag en bekapping (elke 4-6 weken)
- Mogelijk permanente aanpassingen aan voeding en beweging
- In sommige gevallen gebruik van medicatie (indien een onderliggende oorzaak werd vastgesteld)
- Jammer genoeg kunnen ernstige gevallen leiden tot euthanasie bij onherstelbare pijn of beschadiging...
Preventie
Preventie is cruciaal, vooral bij risicopaarden of paarden die reeds getroffen werden door laminitis. Enkele belangrijke maatregelen:
1. Voeding en weidebeheer: geef laminitis gevoelige paarden of risicorassen (shetlandpony, ijslander, haflinger, welsh pony, trekpaarden, Spaanse paarden, minirassen,...) beperk toegang tot suikerrijk gras (vooral in voorjaar en najaar). Wees ook extra voorzichtig met plotse voederovergangen naar gras. Een goede oplossing is het gebruik van graasmaskers of beperkte weidegang. Vermijd daarnaast zetmeelrijke (kracht)voeders en laat idealiter een ruwvoeranalyse uitvoeren. Vaak kennen eigenaars het exacte gehalte aan suikers en zetmeel in hun ruwvoer niet, waardoor dit een geheime en gevaarlijke boosdoener kan zijn.
2. Gewichtsbeheer: houd het paard op een gezond lichaamsgewicht en zorg voor regelmatige lichaamsbeweging indien mogelijk.
3. Regelmatige hoefverzorging: elke 6-8 weken met aandacht voor zooldikte, lengte van de teen en hoefbalans.
4. Medische screening: laat risicopaarden en paarden >15 jaar regelmatig screenen op EMS en PPID (cushing) door middel van een bloedonderzoek of glucose-insulinetests. Vroege behandeling van deze aandoeningen vermindert de kans op laminitis aanzienlijk.



Reactie plaatsen
Reacties