Wat betekent een verhoogde ACTH-waarde echt?
Steeds meer paarden worden tegenwoordig getest op Cushing, of in medische termen PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction).
Deze hormonale aandoening komt vooral voor bij oudere paarden en pony’s en kan leiden tot spierverlies, vachtveranderingen, lusteloosheid en zelfs hoefbevangenheid.
Toch zorgt de diagnose soms voor verwarring:
“De ACTH-waarde van mijn paard is te hoog — heeft het dan zeker Cushing?”
Niet altijd.
Een verhoogde waarde is een belangrijk signaal, maar geen zekerheid dat je paard PPID heeft.
π¬ Wat is ACTH?
ACTH staat voor AdrenoCorticoTroop Hormoon.
Het is een stof die door de hypofyse (een kleine klier in de hersenen) wordt geproduceerd om de bijnieren aan te zetten tot de aanmaak van cortisol, het natuurlijke stresshormoon.
Bij paarden met PPID werkt de hypofyse niet meer goed:
ze produceert te veel ACTH, waardoor de cortisolspiegel in het bloed stijgt.
Dat verstoort allerlei lichaamsfuncties, van de suikerhuishouding tot het immuunsysteem.
β οΈ Waarom een verhoogd ACTH niet altijd Cushing betekent
Er zijn verschillende redenen waarom een paard tijdelijk een hogere ACTH-waarde kan hebben, zonder dat er sprake is van PPID.
Seizoensinvloed
In de herfst (vooral augustus tot oktober) stijgt de ACTH-waarde bij alle paarden, ook gezonde. Dat is een natuurlijke reactie op de korter wordende dagen. Daarom gebruikt men in die periode hogere referentiewaarden voor de interpretatie.
Stress - pijn - ziekte
Bij stress, pijn of ziekte maakt het lichaam van nature meer cortisol aan om ermee om te gaan — dat is een normaal verdedigingsmechanisme.
De hypofyse stimuleert die cortisolproductie door extra ACTH te produceren.
Het gevolg is dat de ACTH-waarde tijdelijk stijgt, zelfs bij een gezond paard.
Voorbeelden van situaties die dit kunnen veroorzaken:
-
een paard dat zich opwindt tijdens de bloedafname,
-
transport, wedstrijdstress of stalverandering,
-
pijn door hoefbevangenheid, koliek of kreupelheid,
-
of een onderliggende infectie.
Als de ACTH-stijging het gevolg is van stress of pijn, normaliseert de waarde meestal vanzelf zodra het paard tot rust komt of geneest.
Daarom is het belangrijk om bij twijfel de test te herhalen in een rustige, stabiele periode en het resultaat te beoordelen samen met het klinisch beeld.
Medicatie of voeding
Medicatie (bv. corticosteroïden, dopamine-agonisten,..) kan de ACTH-waarde beïnvloeden, rechtstreeks of onrechtstreeks.
Vermeld altijd aan je dierenarts welke middelen het paard recent heeft gekregen, zodat het bloedonderzoek correct geïnterpreteerd wordt.
Een verhoogde ACTH-waarde moet dus altijd in context geïnterpreteerd worden, samen met de klinische verschijnselen en historiek.
π Diagnose PPID
De diagnose wordt niet alleen op basis van één bloedtest gesteld.
De dierenarts bekijkt steeds het totaalbeeld.
Symptomen
- vachtverandering
- spierverlies
- sloomheid
- vetophopingen boven de ogen of bij de manenkam
- onverklaarbare hoefbevangenheid.
Bloedonderzoek
- ACTH-waarde, eventueel in combinatie met een TRH-stimulatietest om te zien hoe sterk de hypofyse reageert.
- Herhalingstest: na enkele weken, zeker als het resultaat twijfelachtig is of na opstart behandeling
Pas wanneer zowel de symptomen als de bloedwaarden overeenkomen, kan men met zekerheid zeggen dat een paard PPID (Cushing) heeft.
ππΏ Behandeling
De standaardbehandeling bestaat uit kruidentherapie en/of pergolide, een medicijn dat de werking van dopamine nabootst. Het remt de overactieve hypofyse en helpt de hormoonbalans te herstellen.
Belangrijk:
-
De dosis wordt individueel aangepast.
-
Start altijd geleidelijk, om bijwerkingen te vermijden.
-
Regelmatige opvolging van ACTH en het klinisch beeld is nodig om het effect te beoordelen.
Daarnaast blijft management cruciaal:
-
Een vezelrijk, suikervrij rantsoen π
-
Beperkte weidegang voor paarden met insulineresistentie
-
Goede hoefverzorging en regelmatige controle op hoefbevangenheid
-
Rustige omgeving en routine om stress te verminderen
π§© De link met hoefbevangenheid
PPID is één van de belangrijkste oorzaken van hoefbevangenheid bij oudere paarden.
De verhoogde cortisolspiegel beïnvloedt de suikerhuishouding en maakt weefsels gevoeliger voor ontsteking.
Daarom kan een paard met Cushing hoefbevangen worden zonder dat het te dik is of veel suikers eet.
Vroege herkenning en behandeling van PPID is dus essentieel om hoefproblemen te voorkomen.
πΏ Leven met Cushing
Een paard met PPID kan met de juiste zorg nog jarenlang comfortabel leven.
Veel dieren reageren uitstekend op behandeling en herwinnen hun energie, eetlust en glans in de vacht.
Belangrijk is om:
-
de ACTH-waarde jaarlijks te controleren,
-
voeding en beweging aan te passen,
-
en alert te blijven voor signalen van terugval of hoefbevangenheid.
π¬ Samengevat
Een verhoogde ACTH-waarde is niet automatisch een diagnose Cushing, maar een aanwijzing dat verder onderzoek nodig is.
Door rekening te houden met seizoen, stress en symptomen kan je dierenarts een betrouwbare diagnose stellen en een gerichte behandeling opstarten.